Skip to content

De schandalen van de Brusselse VZW’S versterken de nood aan burgercontrole

De schandalen die zich voordoen in Brussel bij talrijke vzw’s van de Stad en autonome structuren zijn geen toevalligheden. In bepaalde gevallen worden zij beheerd zoals privémaatschappijen, met consultancehonoraria of zitpenningen ‘zoals dat ook in de privé gebeurd’. Op die manier had de privésector de sleutels van de stad in handen. Voor PVDA is het hoog tijd om die sleutels terug te nemen.

De laatste tijd, wordt er veel gesproken over meerdere vzw’s of autonome structuren die beheerd worden zoals privéondernemingen. Zoals bijvoorbeeld de vzw GIAL (lees hierover), de Grondregie of de Brusselse Keukens, met lonen van consultances of zitpenningen ‘ die conform zijn aan wat er in de privé gebeurd)’. In andere gevallen gaat het nog verder want Brussel staat –voor een stuk- de stadsontwikkeling af aan bouwprojecten zoals Brussels Expo, Brussels Major Events en het publiek-privéconsortium NEO.

Terwijl men wél weet dat het NEO consortium het immobiliënproject van de Heysel beheert- een project van verschillende miljarden euro’s, begrijpt men daarentegen veel minder wie bij Neo aan de touwtjes trekt. In Brussel wegen de belangen van de immobiliën en de handel duidelijk zwaarder door dan de noden van de bevolking. Het terrein waarop het nieuwe complex werd gebouwd, werd door de stad Brussel ter beschikking gesteld tegen de bescheiden som van 1 euro terwijl de geschatte inkomsten van dit project worden geschat op 1 miljard euro. Het gaat vooral over luxe appartementen die uiteraard ontoegankelijk zijn voor de 40.000 Brusselse families op de wachtlijst voor een sociale woning.

Het gaat hierover een bedrijfscultuur gebaseerd op de winstmarges, de zeer ruime bezoldigingen van de directeurs en een kliekjesgeest. De wereld van de big business is nooit ver weg. Ook bij NEO werden consultanceopdrachten van 27.000 euro per maand toegekend, maar geen enkele verantwoordelijke van PS, OpenVLd, MR of Spa heeft zich vragen gesteld. Van de PS tot de MR is er een eensgezindheid over het “medebeheer” van de Stad door de openbare en de privésector.

De sleutels van de stad in de handen van de privé in naam van het medebeheer.

De burgemeester van Brussel, Philippe Close (PS), is fier over het project NEO: « We moeten de stad samen opbouwen. Ik heb geen enkel probleem om samen te zitten met een patroon, ieder in zijn rol. Het symbool voor mijn politieke actie is Neo” »1

De enige bekommernis van de immobiliënpromotoren die bouwen in Brussel is om haar gebouwen te verkopen aan een sterke prijs. Zij lachen met de noden van de Brusselaars. De winsten maximaliseren, is alles wat hen interesseert. Terwijl de rol van de Stad Brussel is om zich eerst en vooral te interesseren voor de noden van haar bevolking. Maar als de stad zich in handen bevindt van het privékapitaal wordt een politiek in dienst van de bevolking onmogelijk.

De ontwikkeling van de stad en van de administratie moet in dienste staan van iedereen, en niet in dienst van de grote ondernemers. In dat geval is er geen nood aan zitpenningen. Een openbare dienst kan zeer zeker de opdrachten, toegekend aan alle gemeentelijke vzw’s, integreren. Dat daarenboven toelaat om meer dan 1 miljoen euro zitpenningen te besparen.

Er is nood aan een echte linkse visie om de sleutels van de stad te terug in handen te nemen.

Ziekenhuizen, bouw van woningen (sociale en andere), (sportieve) infrastructuur, enz.: dit alles moet opnieuw in handen komen van de politiek verantwoordelijken in dienst van het volk. Gedaan met de audits van de privé vzw’s. De ziekenhuizen zijn een grote openbare dienst waarbij de oppositie een controle moet kunnen uitoefenen en waaraan de vakbonden en de gebruikers moeten kunnen deelnemen. De administratie van een dergelijke openbare dienst moet toegankelijk en transparant zijn wat betreft de toekenning van de budgetten, om te vermijden dat de dienst zich teveel bevindt in de sfeer van de big business waar alles rond het geld draait en niet rond de zorgen. Momenteel heeft de politiek en de burger praktisch geen enkele controle.

In de grote steden zijn de noden van de bevolking enorm. In Brussel is de wachtlijst voor een sociale woning veel te lang, het gebrek aan plaatsen in de scholen is flagrant en meer en meer jongeren leven onder de armoedegrens. De toekomst van onze stad is veel te belangrijk om het in de handen te laten van vzw’s. Alleen een volwaardige gemeentelijke dienst 2.0 kan op een correcte manier de gemeenschappelijk belangen en de noden van de inwoners verdedigen.

 

De gemeentelijke vzw’s omvormen tot volwaardige gemeentelijke diensten 2.0

Voor de PVDA moeten de gemeentelijke vzw’s volwaardige moderne gemeentelijke diensten worden. Laten we duidelijk zijn: wij hebben absoluut niets tegen privé vzw’s gesticht door burgers om, bijvoorbeeld, een jeugdhuis te openen en die daarvoor een subsidieaanvraag moeten introduceren. De vzw’s waar wij het over hebben zijn de 200 vzw’s die door de stad Brussel zelf zijn gesticht en die opdrachten vervullen die normaal door haar eigen administratie of het OCMW worden vervuld. Soms doet men beroep op andere juridische vormen, maar de redenen waarom men geen gemeentelijke diensten wil, zijn altijd dezelfde: in tegenstelling tot de openbare diensten, moet een vzw niet beantwoorden aan dezelfde eisen wat betreft transparantie en participatie ten aanzien van burgers en gemeenteraadsleden: in een vzw of een autonome structuur wordt het belangenconflict gemakkelijker getolereerd en tenslotte kan de vzw het personeelsstatuut van de openbare diensten omzeilen.

 

Gemeentelijke dienst 2.0: 6 maatregelen voor een, grotere burgercontrole en een grotere participatie van de burgers.

In een grote stad zoals Brussel is een efficiënte controle op een openbare dienst die 20.000 mensen tewerkstelt slechts mogelijk als verschillende controlemechanismen in werking worden gesteld. Sommige van die mechanismen bestaan al. De PVDA stelt andere-meer democratische- vormen van controle en participatie voor.

  1. Interne professionele controle met procedures en beëdigde ambtenaren is noodzakelijk. Het inwerking stellen van deze controlemechanismen in de gemeentelijke diensten zou niet hebben toegelaten om een consultingsopdracht te verlengen tot 18 jaar zonder dat er een openbare aanbesteding werd georganiseerd, zoals dat het geval was bij GIAL.
  2. Natuurlijk volstaat een interne controle niet. Dat is de reden waarom de Nieuwe gemeentewet eveneens voorziet in een controle uitgevoerd door de politiek verkozenen. Ieder gemeenteraadslid beschikt op die manier over een inzagerecht op alle gemeentelijke diensten. Hij kan ook mondelinge of schriftelijke vragen voorleggen of de stadsdiensten bezoeken. Nochtans is er geen sanctie voorzien als de gemeente niet antwoordt. Dit recht is dus niet afdwingbaar.

De PVDA stelt dus voor om die rechten wél afdwingbaar te maken en strenge sancties te voorzien indien de rechten niet gerespecteerd worden.


  1. De controle over de toepassing van de wetten en de reglementering in verband met het arbeidsrecht is verzekerd door de syndicale delegaties en overlegcomités tussen de gemeente en de syndicale afgevaardigden. Voor de PVDA moet men aan de vertegenwoordigers van de werkers toelaten om beter de belangen van het personeel en de kwaliteit van de diensten te verdedigen door hen meer rechten te geven, namelijk door de aanwezigheid te garanderen van de vertegenwoordigers van het personeel in de respectievelijke beslissingsorganen.

.
4. De Wet betreffende de openbaarheid van de administratie heeft als bedoeling om het functioneren van de gemeentes transparanter te maken. Iedere burger heeft dus het recht om administratieve documenten te raadplegen wat betreft beslissingen en dossiers van de gemeente. Maar ook hier is dit recht niet afdwingbaar en is er geen enkele sanctie voorzien als de gemeente niet reageert. De PVDA steunt de eis van de burgerbeweging TRANSPARENCIA om de openbaarheid van de administratie verplicht te maken.


  1. De Nieuwe gemeentewet laat burgers toe om direct de burgemeester en schepenen te interpelleren tijdens de gemeenteraad en hen vragen te stellen. De gemeentelijke administratie heeft de verplichting om te antwoorden. De PVDA wil dit recht uitbreiden en burgers toelaten om punten op de dagorde bij te voegen en om voorstellen ter stemming voor te leggen aan de gemeenteraad.

.
6. De PVDA eist een grotere directe participatie binnen bepaalde diensten van de stad. Zoals het voorbeeld van Québec, wil de PVDA de oprichting van gebruikersgroepen en belangengroepen stimuleren, namelijk voor het OCMW, de gemeentelijke huurders, de bewoners van de rusthuizen, de oudercomités, enz.

 

Waarom zijn de vzw’s vandaag zo moeilijk te controleren?

Alleen de leden van de raad van bestuur van de vzw’s hebben volledige toegang tot de agenda’s, de beslissingen en de documenten van de vzw’s. De traditionele partijen van de meerderheid weten het heel goed, en daarom houden ze de leden van de oppositie buiten de raden van bestuur. De burgemeester Philippe Close stelt voortaan voor om een plaats toe te kennen in de raden van bestuur voor alle partijen, ook die van de oppositie. Maar hij weet heel goed dat dit niet realiseerbaar is. In de feiten maakt het voorstel van Close alle gemeenteraadsleden vleugellam om schriftelijke en mondelinge vragen te stellen over alle gemeentelijke kwesties. Het is inderdaad zo dat deze rechten niet gelden voor een vzw, dat in feite een juridische privé constructie is. Bovendien verplicht Philippe Close alle partijen om vertegenwoordigers te vinden voor al die vzw’s, waarvan er meer dan honderd zijn. Formeel staat hij dus een controlemogelijkheid toe, maar hij weet dat dit in de praktijk onmogelijk is. Daarenboven is geen enkele vzw er in geslaagd om de interne controle te verzekeren via de raden van bestuur. De druk op de beheerders is zeer groot om zich op een ‘collegiale’ manier te gedragen. Dat wil zeggen dat men de vuile was van de vzw niet buiten hangt en men geeft geen openlijke kritiek op de genomen beslissingen.

De administratie van de Stad heeft zelf maar een beperkt controlerecht op de vzw’s die gecreëerd door de diegenen die in de stad aan de macht zijn. De vzw’s zijn zeker verplicht om de subsidies die ze krijgen te rechtvaardigen, maar ze moeten geen rekenschap geven over andere beslissingen of over de budgetten waarover ze beschikken. Dat was de redenen waarom bij de Samusocial de regionale regeringscommissarissen enkel aanwezig mochten zijn op de raad van bestuur wanneer er sprake was van punten over de regionale subsidies en niet voor de andere punten. Het maakt de controle over de structuur van de vzw door bekwame en gespecialiseerde ambtenaren moeilijker.

Zelfs als het inzagerecht door de gemeenteraadsleden of de regionale parlementsleden is uitgebreid naar alle gemeentelijke en regionale vzw’s, garandeert dat nog altijd niet het openlijk karakter en de transparantie van een openbare dienst. Het is zo dat een structuur van een vzw niet dezelfde

rechten garandeert aan de burgers om hun mening te geven of om toegang te krijgen tot informatie, zoals dat het geval is bij gemeentelijke administraties en beslissingen. Tot besluit kan men stellen dat een openbare dienst de eenvoudigste oplossing is om die transparantie en het participatierecht te garanderen.

 

Een gemeentelijke dienst 2.0: vijf maatregelen om het algemeen belang te beschermen

Een gemeentelijke dient 2.0 is in eerste instantie een openbare dienst. Het is het algemeen belang dat voorop staat. De gemeentelijke dienst 2.0 moet toegankelijk zijn voor iedereen. Het is dus normaal dat een openbare dienst volgens andere regels functioneert dan een privédienst, waarbij het privébelang primeert. Bepaalde regels bestaan al op gemeentelijk vlak, zoals de openbare aanbesteding. De PVDA wil daaraan nieuwe regels toevoegen.

  1. Vandaag zijn meer en meer gemeentelijke diensten in onder aanneming van vzw’s. Of van multinationals. In Antwerpen wilde de overheid de daklozenopvang in onder aanneming geven aan de multinational G4S, een veiligheidsmastodont. Dat brengt de kwaliteit en de continuïteit van een dienst in gevaar. Om de zoveel jaar moet een openbare aanbesteding worden uitgeschreven, wat maakt dat een dienst van het een moment op het andere in handen kan komen van een nieuwe onderneming. Daarom wil de PVDA een einde maken aan de privatisering en de vermarkting van de gemeentelijke diensten. Alle reeds geprivatiseerde diensten moeten terug komen naar een gemeentelijke dienst 2.0.
  2. Vandaag kiezen de gemeentes voor publiek-private samenwerkingen voor belangrijke investeringen, zoals schoolgebouwen of sportieve infrastructuur. Deze samenwerkingen kosten tot twee maal zoveel dan een zuivere openbare investering. Maar de gemeenten zijn verplicht dit soort constructies aan te gaan omdat de Europese boekhoudregels niet toelaten de noodzakelijke investeringen uit te voeren. Daarenboven blijft de privépartner lange tijd eigenaar van de infrastructuur wat wil zeggen dat de gemeente er niet vrij 100% kan over beschikken. Daarom stelt de PVDA voor om een einde te maken aan de kostelijke privé-publieke samenwerkingen. De gemeenten moeten geherfinancierd worden om een hun openbare opdrachten te kunnen uitvoeren. De Europese boekhoudkundige regels moeten herzien worden zodat de gemeenten opnieuw de nodige investeringen kunnen doen. De belangrijke investeringen moeten goedkoop kunnen gefinancierd worden door een Openbare Bank 2.0 (op basis van Belfius).
  3. Iedereen moet gelijke toegang hebben tot de openbare diensten. Discriminatie is ontoelaatbaar. De PVDA stelt de creatie van een loket voor waar de burgers die slachtoffer zijn van discriminatie, zich kunnen aanmelden.

.

  1. De openbare diensten werken met het geld van de belastingbetalers. Het moet verboden zijn om winst te maken op kap van de belastingbetaler. Voor de PVDA moet de regelmatige en de terugkerende taken worden gerealiseerd door de gemeentelijke diensten zelf. Als er een opdracht toch in onder aanneming wordt gegeven aan een externe firma dan moet in de openbare aanbesteding ook ethische, duurzame en sociale normen worden in rekening gebracht.
  2. Er mag geen belangenvermenging zijn tussen politiek mandatarissen, hun kabinetsleden of topambtenaren en de privésector. Deze

personen mogen hun openbare functie niet gebruiken om zich persoonlijk te verrijken. En zij mogen hun openbare functie ook niet misbruiken om privébelangen te dienen. Daarom pleit de PVDA voor een verbod op cumuls van openbare en privémandaten. Een van de voorwaarden om dit te doen is de volledige transparantie van de privé en openbare mandaten en hun vergoedingen.

 

Waarom zijn de vzw’s en de autonome structuren vatbaar voor vriendjespolitiek?

Een van de redenen waarom de vzw’s en de autonome structuren zijn gecreëerd is omdat in dergelijke organisaties, het mogelijk is om de strikte regels van de openbare aanbesteding en personeelsbeleid te omzeilen.

Geen enkele traditionele partij ontkent dat. Erger nog, de gemeenten beroepen zich op de vzwstructuur als een ‘soepele en dynamische oplossing”. Een twee motief is dat een vzw of een autonome structuur de publiek-private samenwerkingen vergemakkelijkt.

Een vzw moet minder beroep doen op openbare aanbestedingen als zij een dienst of een product willen kopen. Of het opent de deur voor belangenconflicten en aan vriendendiensten. Het is dus geen toeval dat in al de schandalen er een kwestie is van het omzeilen van openbare aanbestedingen: GIAL, Samusocial, aankopen aan de brandweerdienst, SIAMU, consultancyopdrachten aan Brussels Expo,…

In al deze vzw’s hebben individuen zich verrijkt op de rug van de gemeenschap.

 

Een gemeentelijke dienst 2.0 : een garantie tegen de hebzucht van de CEO’s

Het personeel van een gemeentelijke dienst 2.0 is in eerste instantie in dienst van het algemeen belang en de bevolking. Een CEO van een multinational verwacht van zijn werkers dat zij hem en de aandeelhouders verrijken. Deze twee heel verschillende doelstellingen maakt dat de regels van de openbare diensten heel verschillend zijn van deze die van kracht zijn in de privésector.

In de openbare diensten bestaan er maximumbarema’s. De topambtenaren, die aan het hoofd van enkele duizenden bedienden staan, verdienen ongeveer evenveel als een burgemeester (rond de 130.000 euro per maand). Maar niet meer. De jaarlijkse salarissen van 300.000 euro voor een directeur van een dienst met 125 personeelsleden zijn dus ondenkbaar. De barema’s van ambtenaren vormen dus een perfect tegengif voor de CEO-cultuur van de managers die denken dat zichzelf extreem hoge salarissen mogen uitbetalen. Niet met het geld van de belastingbetaler. Elke zes jaar kunnen de gemeentelijke ambtenaren een nieuwe baas zien aankomen. Ondanks, of misschien juist omwille van die veranderende politieke meerderheden, verwacht men van de ambtenaren dat ze eerst en vooral het algemeen belang en de toepassing van de wetten en de reglementen voorop stellen. Zij moeten voldoende kunnen genieten van bescherming om de druk van de politieke machten te weerstaan die hun vragen ‘om de regels op een creatieve manier te interpreteren’ of ‘de regels op een flexibele manier te interpreteren tijdens de controles’. Daarom hebben de ambtenaren een speciaal statuut. Zo kan een ambtenaar nooit gedwongen worden om iets onwettig te doen. En de ontslagprocedure van een ambtenaar is aan strikte regels onderworpen om een ontslag met politieke motivatie te verhinderen.

Om vriendjespolitiek te vermijden of om discriminatie te vermijden moeten de aanwervingen door de gemeentelijke diensten op een strikte manier worden geregeld.

Tekst: Dirk De Block en Bruno Bauwens

Foto: Alina Zienowicz / Wikimedia Commons

  1. https://www.lecho.be/economie-politique/belgique/bruxelles/philippe-close-90-du-travail-de-nettoyage-a-ete-effectue-a-la-ville-de-bruxelles/9985873.html